THE FASHION WASTE INDEX
In de afgelopen decennia is men mode en ander textiel steeds meer gaan zien als wegwerpartikelen. Wat vandaag als een trend wordt beschouwd, is morgen verdwenen in de diepten van een kledingkast. Met lage prijzen en steeds wisselende collecties verleiden modemerken en de kledingindustrie als geheel het winkelend publiek tot overconsumptie van massa-geproduceerde artikelen van lage kwaliteit. De omvang van deze consumptie wordt vaak pas duidelijk wanneer hele kledingkasten worden ontdaan van oude of ongebruikte kleding. Terwijl kleding die uit de mode is geraakt in het beste geval wordt hergebruikt, worden veel stukken vaak weggegooid, ook al zijn ze in perfecte staat. Textielafval is de laatste jaren dan ook een groot probleem geworden.
Met een gevarieerde collectie van innovatief textiel dat minder gewassen hoeft te worden en dus langer gedragen kan worden, willen wij bij LABFRESH mensen aanmoedigen om hun gedragspatronen stap voor stap te veranderen. Om de dringende noodzaak van het verminderen van textielafval duidelijk te maken, hebben wij de 15 Europese landen geanalyseerd die elk jaar de grootste hoeveelheden textielafval produceren. Naast de totale hoeveelheid modeafval die jaarlijks wordt geproduceerd, zijn ook het niveau van de particuliere uitgaven voor nieuwe kleding, het marktaandeel van de industrie in het bruto binnenlands product (BBP) van elk land en de hoeveelheid geëxporteerde kleding meegenomen in de berekening van de ranglijst van de meest textielvervuilende landen.
De onderzochte landen samen produceren jaarlijks meer dan twee miljoen ton textielafval, dat vervolgens wordt gerecycleerd of definitief wordt vernietigd. Om de omvang van het afval inzichtelijk te maken, hebben wij voor elk land een aandeel per hoofd van de bevolking berekend van het jaarlijkse textielafval en van de respectieve verwijderingsmethoden. Terwijl 10% van al het textielafval als tweedehands kleding op de markt blijft, kan nog eens 8% door recycling aan de productiecyclus worden toegevoegd, zoals blijkt uit een rapport van het Instituut voor Technologische Prognose (IPTS) van de Europese Commissie. De resterende hoeveelheid wordt echter definitief weggegooid. Bijna een kwart (24,3%) van al het textielafval wordt verbrand in een CO²-intensief proces, en meer dan de helft (57,1%) van het modeafval belandt op stortplaatsen, die bijzonder schadelijk zijn voor het milieu. Deze cijfers maken duidelijk dat hoe minder textielafval er wordt geproduceerd, hoe beter dat is voor mens en milieu.
Zie de cijfers
1. Country
2. Yearly Total Textile waste (Tonnes)
3. Yearly textile waste per person (Kg)
4. Yearly recycled textile waste per person (Kg)
5. Yearly reusable textile waste per person (Kg)
6. Yearly incinerated textile waste per person (Kg)
7. Yearly landfilled textile waste per person (Kg)
8. Spending Per person, pound per capita (2018)
9. Yearly export of worn clothing per person (Kg)
10. Final Score (100-0, 100 being the worst)
Methodologie
De studie naar de Europese landen die het meest vervuilen vanuit het oogpunt van textielafval is een vergelijkende analyse van de omgang met modeafval in 15 landen van de Europese Unie. Om een ranglijst op te stellen, werden gegevens over textielafval uit 2016 betrokken van het Bureau voor de statistiek van de Europese Unie (Eurostat). De geselecteerde landen werden vervolgens onderzocht aan de hand van de volgende factoren: Totale hoeveelheid in ton (textielafval en naar verwijderingstechniek), uitgaven aan nieuwe kleding, aandeel van de kledingindustrie op het bruto binnenlands product (omvang van de kledingindustrie en van de markt) en exportvolume van gedragen kleding (tweedehands). De berekening werd uitgevoerd met behulp van een evaluatiesysteem waarbij elke factor van de geanalyseerde landen een cijfer tussen 0 en 100 kreeg. Terwijl het minst duurzame land in elke factor een score van 100 kreeg, kreeg het meest duurzame land een score van 0. De eindrangschikking is een som van alle factoren. Meer informatie over de definitie van de factoren, de berekening en alle bronnen is in detail te vinden in de methodologie.